De voorzitter opent de zitting op 21/12/2023 om 20:04.
Het meerjarenplan 2020-2025 van gemeente en OCMW Gooik is wat betreft het deel van het OCMW vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 17 december 2019 en vervolgens op dezelfde datum goedgekeurd door de gemeenteraad en wat betreft het deel van de gemeente, goedgekeurd door de gemeenteraad in zelfde zitting.
Artikel 257 van decreet over het lokaal bestuur legt op dat het meerjarenplan minstens één keer per jaar moet worden aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Als dat nodig is kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast. Daarnaast kan het meerjarenplan, als dat nodig is, ook worden aangepast om alleen de kredieten voor het lopende boekjaar aan te passen.
De meerjarenplanaanpassing nr. 1 2020-2025 van gemeente en OCMW Gooik is wat betreft het deel van het OCMW vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 29 september 2020 en vervolgens op dezelfde datum goedgekeurd door de gemeenteraad en wat betreft het deel van de gemeente, goedgekeurd door de gemeenteraad in zelfde zitting.
De meerjarenplanaanpassing nr. 2 2020-2025 van gemeente en OCMW Gooik is wat betreft het deel van het OCMW vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 22 december 2020 en vervolgens op dezelfde datum goedgekeurd door de gemeenteraad en wat betreft het deel van de gemeente, goedgekeurd door de gemeenteraad in zelfde zitting.
De meerjarenplanaanpassing nr. 3 2020-2025 van gemeente en OCMW Gooik is wat betreft het deel van het OCMW vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 28 september 2021 en vervolgens op dezelfde datum goedgekeurd door de gemeenteraad en wat betreft het deel van de gemeente, goedgekeurd door de gemeenteraad in zelfde zitting.
De meerjarenplanaanpassing nr. 4 2020-2025 van gemeente en OCMW Gooik is wat betreft het deel van het OCMW vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 21 december 2021 en vervolgens op dezelfde datum goedgekeurd door de gemeenteraad en wat betreft het deel van de gemeente, goedgekeurd door de gemeenteraad in zelfde zitting.
De meerjarenplanaanpassing nr. 5 2020-2025 van gemeente en OCMW Gooik is wat betreft het deel van het OCMW vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 20 december 2022 en vervolgens op dezelfde datum goedgekeurd door de gemeenteraad en wat betreft het deel van de gemeente, goedgekeurd door de gemeenteraad in zelfde zitting.
De meerjarenplanaanpassing nr. 6 2020-2025 van gemeente en OCMW Gooik is wat betreft het deel van het OCMW vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 26 september 2023 en vervolgens op dezelfde datum goedgekeurd door de gemeenteraad en wat betreft het deel van de gemeente, goedgekeurd door de gemeenteraad in zelfde zitting.
Voorliggende meerjarenplanaanpassing nr. 7 2020-2025 van gemeente en OCMW Gooik heeft als doel de kredieten van 2024 vast te stellen en ook nog een heel beperkt aantal wijzigingen aan de kredieten van 2023 door te voeren (zoals toegelicht in de rubriek "motivering van de wijzigingen").
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 249 §3.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC).
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC).
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd om zijn deel van de meerjarenplanaanpassing nr. 7 2020-2025 vast te stellen.
Het managementteam heeft in de vergadering van 28/11/2023 een positief advies uitgebracht aangaande het voorontwerp van de meerjarenplanaanpassing nr. 7 2020-2025.
Het Team Fusie heeft in de vergadering van 05/12/2023 een positief advies uitgebracht aangaande het voorontwerp van de meerjarenplanaanpassing nr. 7 2020-2025 (er is daarbij vooral gefocust op nieuwe uitgaven hoger dan 50.000 euro).
Enig artikel.- De raad voor maatschappelijk welzijn stelt zijn deel van de meerjarenplanaanpassing nr. 7 2020-2025 vast. Deze meerjarenplanaanpassing bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting. Deze stukken maken integraal deel uit van huidig besluit.
De algemeen directeur legt de notulen voor van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 november 2023.
Artikel 32 van het Decreet Lokaal Bestuur
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd de notulen, zoals voorgelegd door de algemeen directeur, goed te keuren.
Enig artikel.- De notulen van de vergadering van 28 november 2023 worden goedgekeurd.
In de rechtspositieregelingen voor het personeel van de diverse lokale overheden komen de volgende elementen aan bod:
Volgende wijzigingen aan de rechtspositieregeling voor het personeel gemeente en OCMW Gooik worden voorgesteld:
Het bestuur wenst ook de pensioenkloof tussen haar statutair en contractueel personeel te verkleinen en voorziet bijgevolg in een tweede pensioenpijler voor de totaliteit van haar contractueel personeel. Sinds 1 januari 2022 is het bestuur aangesloten bij OFP PROLOCUS met een vaste bijdragenformule van 2,5% van het RSZ onderworpen brutoloon. Het bestuur wenst dit bijdragepercentage op te trekken tot 3% van het RSZ onderworpen brutoloon.
Het bestuur voorziet als bijkomende veiligheid met ingang van 1 januari 2022, de eerste vijf jaar, bovenop de middelen nodig voor de pensioentoezegging, in een extra prefinanciering van 5 % op de bijdrage om zo de kans op het betalen van bijkomende bijdragen te verkleinen. Deze prefinanciering blijft ter beschikking van het bestuur ter financiering van latere bijdragen.
Het bestuur kan met andere rechtspersonen waarmee ze nauwe banden heeft (AGB’s, OCMW) een MIPS-Groep vormen. De gemeente Gooik een MIPS-Groep vormt met het OCMW Gooik. Beide entiteiten moeten eenzelfde verhoging doorvoeren om de MIPS-groep te behouden.
Het model tot aanpassing van de rechtspositieregeling van het gemeentebestuur, opgesteld door Jurplus met referentie goog-rpr-20232112-g (rechtspositieregeling), wordt als bijlage bij dit besluit gevoegd.
De nodige kredieten voor de verhoging van de tweede pensioenpijler van 2,5% naar 3% worden voorzien in de meerjarenplanning.
De op basis van het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS zullen ingehouden worden door de RSZ en daarna doorgestort worden aan OFP PROLOCUS.
Positief advies van de vakbonden op 4 december 2023.
Artikel 1. De aanpassing van de rechtspositieregeling zoals beschreven in het voorstel opgesteld door Jurplus met referentie goog-rpr-20232112-g (rechtspositieregeling) en gevoegd als bijlage bij dit besluit wordt goedgekeurd.
Artikel 2. Met ingang van 1 januari 2024 wordt bijdragevoet tweede pensioenpijler verhoogd van 2,5% tot 3% van het bruto RSZloon.
Artikel 2. De personeelsleden worden via de nieuwsbrief op de hoogte gebracht van de aanpassing van de rechtspositieregeling. De actuele versie van de rechtspositieregeling wordt elektronisch ter beschikking gesteld van het personeel via het intranet (GoNet).
Artikel 3. Deze beslissing en het reglement conform het decreet Lokaal Bestuur te publiceren op de website van de gemeente.
Wanneer personen niet in staat zijn om met eigen middelen de verblijfskosten in een instelling te betalen, kunnen zij een aanvraag tot tussenkomst indienen bij het OCMW. De bevoegde maatschappelijke assistente voert een inkomensonderzoek en een onderzoek inzake onderhoudsplicht.
Naar aanleiding van een parlementair initiatief is artikel 98 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, aangepast.
Steungerechtigde rusthuisbewoners hebben recht op een bepaald jaarlijks vastgesteld bedrag aan zakgeld, dat het OCMW in maandelijkse schijven moet uitbetalen aan de gerechtigde. Om de veiligheid in de rusthuizen te verbeteren en te voorkomen dat er op een bepaald moment te veel geld in de rusthuizen kan worden gevonden, biedt de wetswijziging nu de mogelijkheid van een wekelijkse betaling:
- hetzij na een beslissing van het OCMW op basis van een beoordeling in concreto,
- of indien de begunstigde of zijn voorlopig bewindvoerder daartoe een schriftelijk verzoek indient.
Bij de opmaak van het huishoudelijk 'reglement tot tenlastename kosten in woonzorgcentrum en assistentiewoningen' (2016) werd beslist om ook steungerechtigden in assistentiewoningen te voorzien van zakgeld. 450 euro voor alleenstaanden en 800 euro voor een koppel.
Het zakgeld voor rusthuisbewoners wordt geïndexeerd overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.
Echter werd het zakgeld voor de residenten in de assistentiewoningen nooit geïndexeerd sinds 2016.
Om hieraan tegemoet te komen, zal onderstaande alinea worden toegevoegd in het huishoudelijk reglement:
Jaarlijks dient het zakgeld voor bewoners in een assistentiewoning geïndexeerd te worden op 1 januari N volgens onderstaande formule:
bedrag 1/12/2016 x consumptieprijsindex november N-1
consumptieprijsindex november 2016
Bij een negatieve index (tegenover vorig dienstjaar) blijft het bedrag ongewijzigd.
Wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn: artikel 2 § 1
Reglement van inwendige orde tot tenlastename kosten in woonzorgcentrum en assistentiewoningen door OCMW GOOIK
- Wetswijzigingen dienen opgenomen te worden in het reglement.
- Gezien het zakgeld voor residenten in assistentiewoningen sinds 2016 nog niet werd geïndexeerd en de huidige 450/800 euro niet meer voldoende is, is de koppeling aan het indexcijfer van de consumptieprijzen aangewezen.
Artikel 1.- De wijziging van het reglement van inwendige orde tot tenlastename kosten in woonzorgcentrum en assistentiewoningen, als bijlage opgenomen bij dit besluit, om voornoemde redenen goed te keuren.
Artikel 2.- Deze beslissing gaat in vanaf 01/01/2024.
Artikel 3.- Deze beslissing conform het decreet Lokaal Bestuur te publiceren op de website van de gemeente.
De voorzitter sluit de zitting op 21/12/2023 om 20:59.
Namens Raad voor maatschappelijk welzijn,
Eric Van Snick
Algemeen directeur
Lieven Krikilion
Voorzitter