Het is gerechtvaardigd een billijke financiële tussenkomst te vragen van de inwoners van de gemeente, gelet op de financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven. Het bestuur wenst het percentage van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting voor het aanslagjaar 2024 op hetzelfde niveau te houden als deze voor het aanslagjaar 2023, namelijk 7,3 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar.
De grondwet, in het bijzonder de artikelen 41, 162 en 170 § 4.
Het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, in het bijzonder de artikelen 464 tot en met 470/2.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, zoals later gewijzigd.
Advies ADV/2023/126 van Lieven De Rick van 24 oktober 2023: Gunstig
De opbrengst van deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 onder jaarbudgetrekening GBB/0020-00/7301000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Artikel 1.- Voor het aanslagjaar 2024 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente Gooik op 1 januari van het aanslagjaar.
Artikel 2.- De belasting wordt vastgesteld op 7,3 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Artikel 3.- De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting gebeuren door het bestuur der directe belastingen, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
Artikel 4.- Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de wettelijke bepalingen terzake.